Je kent ze wel, van die mensen die hun eigen grootste tegenstanders zijn. Bij legers zie je dat veel minder.
Maar het komt voor! Van 1787 tot 1791 vocht Oostenrijk-Hongarije met Turkije. In 1788 zouden de legers elkaar treffen bij de Karansebes, in Roemenië. Een aantal Oostenrijkse cavaleristen patrouilleerden langs een rivier, waar ze aan de praat en aan de zuip raakten met wat zigeuners. Wat Oostenrijkse infanteristen zagen dat en wilden meedoen.
De cavaleristen weigerden de alcohol te delen, en dat werd een vuistgevecht. Een schot werd gelost, iemand schreeuwde ‘Turken, Turken’! Gaandeweg brak er steeds meer paniek uit, niet in het minst omdat er 7 talen werden gesproken in het leger. Duitse officieren riepen ‘Halt!’, niet-Duitssprekenden verstonden ‘Allah!’.
Al snel schoot iedereen op iedereen en de Oostenrijkse artillerie opende het vuur op de eigen manschappen, denkend dat het een Turkse cavalerie aanval was. Toen de rook was opgetrokken, waren 10.000 soldaten dood. Twee dagen later arriveerde het Turkse leger, dat de onverdedigde stad zonder problemen in kon nemen, na de slag om Karansebes waarin het Oostenrijkse leger zichzelf versloeg.